Onze always-present organisator Dirk was er niet, oeps, hoe nu het toernooi organiseren. Daan schrok hier niet van en ging met tips van Dirk stevig aan de slag.
Omdat het al weer een tijd geleden was dat we dit toernooi voor het laatst speelden waren de nieuwelingen niet echt bekend met het format. Een voordeel voor de oudgedienden!
Daan splitste de aanwezigen in twee groepen (8 spelers eredivisie, 10 spelers eerste-divisie). Per groep werd er met dezelfde regels gespeeld, iedereen had telkens 10 min pp.
1. Pionnen gaan schuin en slaan recht
Tja dat is even wennen, niet je stuk voor een pion zetten. En lopen doen ze echt schuin, maar dit lijkt nog redelijk op een gewone partij. Veel verbazing als je toch een stuk kwijtraakt, of je dacht te verdedigen maar je pion doet ff niets want het stuk staat er schuin voor.
2. 960 Fisher
Hier wordt er met een andere opstelling gestart; A-F, dame, paard, toren, loper, koning, paard, loper, toren. Hierbij kan je nog steeds rokeren! Dit geeft voor de openingskenners veel verwarring, niets werkt meer zoals bedacht. Voordeel is wel dat ieder stuk nog gewoon ‘werkt’, dit gaf ook mooie stellingen op het bord.
3. kannibaalschaak
Hier is het zo dat ieder stuk de ‘kracht van het geslagen stuk overneemt’. Bijvoorbeeld pion slaat toren?, dan kan de pion ineens net als de toren lopen (promoveren mag nog steeds alleen vanaf de 7e rij en dan de (pion)zet rechtuit). Dame slaat paard, dan maakt de dame ook ineens rare sprongen… Lastig is voor beide spelers om dan ook bij te houden waarmee het stuk opgezadeld is.
Uit eigen ervaring, een loper slaat een loper, dan slaat de toren die loper (toren met loper kracht), die sloot een dame in, dame slaat toren gedekt door pion, pion slaat dame, dus pion met dame-kracht. Na enige tijd rustig te laten staan, lekker de extra dame gaan gebruiken….
4. acceptatieschaak
Hier speel je met een standaard opstelling en alle stukken hebben hun eigen zetten. Je mag hier echter per zet een keer aangeven dat je de zet van de tegenstander NIET accepteert. Dan moet er een andere zet gespeeld worden. Voorbeeld, lopen valt een dame aan, dat wordt niet geaccepteerd, vervolgens sla je met de ander loper in op de koningstelling.
Vervolgens wil de koning dan die loper slaan, “accepteer ik niet” en je gaat daarmee vrijuit. Ook weer lekker verwarrend, voordeel voor de spelers die altijd twee zetten bedenken die lastig zijn voor de tegenstander.
En als laatste.
5. weggeefschaak
Wie geeft als eerste al zijn stukken weg? Normale opstelling, en de koning mag ook gewoon geslagen worden. Enige regel hier is dat je verplicht moet slaan (bij meerdere aangevallen stukken kies je natuurlijk wel zelf welk stuk je slaat).
Tja dat werd dus niet overal goed begrepen, dus voordeel voor de kenners. Nadat ik zelf al mijn stukken had weggegeven, en mijn tegenstander nog de helft van zijn stukken over had, vroeg mijn tegenstander of ik dat met opzet had gedaan, hij dacht dat je dan verloren had… Voortaan dus goed luisteren naar Daan.
Klik hier voor de foto’s
